De Australian Labradoodle

De Australian Labradoodle is een zachtaardige, enthousiaste en actieve hond met een niet-verharende, allergievriendelijke vacht. Hij is slim, komisch, vrolijk, leergierig, makkelijk te trainen en werkt graag samen met zijn baas. Daarnaast is de Australian Labradoodle heel mensgericht en wil het liefst altijd bij je in de buurt zijn. Dit maakt hem heel geschikt als huishond en als maatje voor kinderen in een gezin. Omdat hij zo op zijn baas is gericht, is de Australian Labradoodle niet geschikt om veel en lang alleen te zijn. Hij wil graag onderdeel van het gezin zijn. De Australian Labradoodle heeft een zacht en vriendelijk karakter, zoekt vaak oogcontact en heeft een goede intuitie voor emoties van de mensen waarmee hij samenleeft. Dankzij al deze eigenschappen kan een Australian Labradoodle soms opgeleid worden als hulphond, als maatje voor mensen met autisme, als diabetes- of epilepsiehond of als geleidehond.

Trio

In de jaren 80 is men in Australië begonnen met het fokken van de labradoodle voor mensen die een hulphond nodig hadden, maar ook problemen ondervonden met allergieën. Het ontwikkelen van de labradoodle is begonnen met het kruizen van een Labrador met een Poedel. In een later stadium zijn hier de Engelse Cockerspaniel, de Amerikaanse Cockerspaniel, de Ierse Waterspaniel en de Curly Coated Retriever nog bijgevoegd. Uit de vermenging van 6 rassen ontstond de Australian Labradoodle.

De Australian Labradoodle is dus zeker niet hetzelfde als een kruizing tussen een Labrador en een Poedel.

De Australian Labradoodle komt voor in 3 verschillende maten.

Mini:
Medium:
Standaard:
35-43 centimeter en 7 tot 13 kilo
43-52 centimeter en 13 tot 20 kilo
53-63 centimeter en 20 tot 28 kilo

De Australian Labradoodle kan 2 soorten vacht hebben: de fleecevacht of de wolwacht.
De fleecevacht heeft een zachte structuur met losse krullen. De wolvacht lijkt meer op een poedelvacht met dichte stevige krullen. Beide vachten zijn allergievriendelijk.
De Australian Labradoodle komt voor in allerlei kleuren van zwart tot wit, zilver, lavendel, bruin, café au lait, parchment, rood, abrikoos, caramel en creme. Daarnaast komt ook een tweekleurige vacht voor.

De vacht van de Australian Labradoodle verliest geen haren zoals andere honden wel doen en kent geen rui-periode. Dit maakt dat er weinig tot geen losse haren in huis ronddwarrelen en ook allergenen in de vacht blijven zitten. Daarnaast heeft de vacht niet de typische hondengeur. Dit maakt dat de Australian Labradoodle geschikt is voor de meeste mensen met een allergie voor honden. Ongeveer 98% van de mensen met een allergie kan wel tegen de Australian Labradoodle. In een enkel geval komt het helaas voor dat mensen ook op de Australian Labradoodle allergisch reageren.

De vacht van de Australian Labradoodle vraagt veel onderhoud. Dit wordt soms flink onderschat, met alle nare gevolgen van dien. Het is een tijdrovende klus, die echt consequent bijgehouden moet worden. De vacht van een doodle verhaart dus niet zoals de vacht van andere honden, maar hij verliest weldegelijk haren. Deze dode haren vallen niet uit, maar blijven in de vacht zitten en moeten er regelmatig uitgeborsteld worden. Doe je dit niet, dan gaat dit dode haar klitten en viltlagen vormen. Klitten en vilt geven groot risico op jeuk, huidproblemen en hotspots. Daarnaast doen klitten de hond pijn, want ze trekken aan de huid. Een goede borsteltechniek en de juiste materialen zijn dus van groot belang. Elke 1 a 2 weken een goede borstelbeurt is zeker nodig om de hond klitvrij te houden.

De Australian Labradoodle: een geweldige hond en een maatje voor het leven!

error: